20 uur op Bonaire

Bonaire, het middelste eiland van de ABC eilanden. Aruba is kleiner, Curaçao is groter. Qua ligging is Bonaire het meest rechtse eiland. 294 vierkante kilometer groot en zo’n 19.000 inwoners. Strak blauwe luchten en witte stranden. Een parel in de Caribische zee.

Het was geen straf toen mijn man voor zijn werk onverwacht op 30 december via Curacao naar Bonaire en Aruba moest. Zeker niet omdat ik mee mocht. Slechts 20 uur waren we op Bonaire. Tijd genoeg om rustig te dineren met de voeten in het zand, een goede nacht te slapen en in 1 ochtend het eiland te bekijken dankzij de auto die we van een collega mochten lenen.

Bonaire. Klein, rustig en sfeervol. Dat is wat mij in die 20 uur is opgevallen. Flamingo’s, Cactussen, Kleuren en zout. 3 soorten flamingo’s zijn de laatste jaren ook te zien in ons “eigen” Grevelingenmeer in Zeeland, maar de Caribische Flamingo’s op Bonaire zien was een grote wens van me. Hiervoor moet je naar het Goto meer in het Noordwesten. De rit er naartoe voert langs de westkust van Bonaire. Blauwe zee, wit zand en veel groen. Cactussen vooral. De weg is geasfalteerd en je komt er nauwelijks een auto tegen.

Het Goto meer is groot. Op de achtergrond heuvels, of noem het bergen. Het is maar wat je gewend bent. De flamingo’s stappen rustig door het water op zoek naar eten en trekken zich niets van de enkele bezoekers aan. Donkerroze zijn ze. Extra geaccentueerd tegen de donkerblauwe lucht, veroorzaakt door de regen die er aan komt. Want ook op Bonaire regent het soms.

Van het Goto meer rijden we via Rincon town naar de Noordoostkant van het eiland. Het is ruim en groen en bezaaid met schuttingen van cactussen. Geen doorkomen aan en goed tegen inbrekers. We passeren de geitenboerderij van Aletta. Bekend van Boer zoekt Vrouw Internationaal 2013. Tijd om bij haar langs te gaan hebben we niet. We hebben maar 4 uur om het hele eiland te zien. Waarom zouden we ook, ze kent ons toch niet.

We steken dwars over het eiland om vervolgens in het zuiden uit te komen bij Lac Cai en de Lac Bay bar. Een paradijs voor windsurfers. De helderblauwe zee steekt af bij de wolken in de verte. Op deze plek staat altijd veel wind, ideaal voor de fanatieke watersporters. We drinken een bakkie en kijken onze ogen uit. Niet alleen naar de vele zoete kleuren van de bar en de snelheid van de surfers, maar vooral naar de leuke geel/zwarte vogeltjes die heel brutaal op de tafel komen zitten en een suikerzakje leeg eten dat je in je hand houdt. Brutaal als ze zijn pikken ze alle suiker van je weg. De naam van de vogel, hoe kan het ook anders, is de Kleine Gele Boef.

Na Lac Cai rijden via het zuiden langs de zoutmijnen. Beroemd om de fel roze kleuren en de grote witte bergen van zout. We passeren de slavenhuisjes, maar hebben simpelweg geen tijd om te stoppen. Enorme regenbuien komen nu naar beneden en het is bijna Nederlands guur. Het gekke is dat het buiten nog steeds bloedheet is. De ramen van onze leenauto kunnen niet dicht dus we worden nat en voelen tegelijkertijd de warmte. Kralendijk met haar fel gekleurde huisjes is weer in zicht en wat rest is de auto terug brengen, omkleden en naar het vliegveld. Door naar Aruba om daar die avond de jaarwisseling te vieren. 2 januari vliegen we via Curaçao weer naar huis. Een trip van 5 vluchten in 4 dagen. Vermoeiend, dat wel. Maar ook een bijzondere ervaring om met een bliksembezoek de 2 eilanden te verkennen en oud en nieuw in Caribische stijl te vieren. Manlief deed ondertussen gewoon zijn werk, maar daarover ga ik niets vertellen.

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *