Tijdens de aankomst van mijn tweede bezoek op het Kaapverdiaanse eiland Sal kwam de regen als bakstenen uit de lucht vallen. Een behoorlijk onbekend fenomeen op Kaapverdië, want het regent hier gemiddeld vier keer per jaar. Ik was dan ook zeer verrast om te zien hoe snel hier enorme plassen water werden gevormd, in tegenstelling tot mijn eerdere bezoek in maart 2013, toen alles dor en droog was.
Ondanks het slechte weer vond ik het stiekem wel leuk. Je zag het landschap veranderen en dat maakt het bijzonder. De temperatuur is en blijft zeer comfortabel en ook al ben je door en door nat, je droogt ook snel weer op.
Mijn vorige bezoek aan dit bijzondere eiland bestond slechts uit vier dagen en dit keer mocht ik er zes dagen verblijven. Een tweede verschil was dat ik er nu samen met mijn partner was en we samen mooie tochten op een scooter en op een quad hebben kunnen maken.
Aanraders
Nu ik het eiland nog beter heb kunnen bekijken en begrijpen ben ik er nog meer aan gehecht geraakt. De mix van Portugese invloeden, het toerisme en het authentieke Afrikaanse leven maken dit eiland perfect voor een zon- en strandvakantie, maar ook voor een stukje avontuur. Dit avontuur moet je wel zelf creëren, want als je in het resort blijft hangen maak je niks mee.
Onze eerste ontdekking was per scooter naar het meest Noordelijke bereikbare punt op het eiland, Buracona. Volgens de informatie is hier the Blue Eye te zien, een natuurfenomeen dat betekend dat bij een bepaalde stand van de zon in het water dat zich diep in een grot bevind, een blauw oog te zien is. De foto’s beloven iets prachtigs. De tocht naar Buracona was al een avontuur op zich. Er is geen geasfalteerde weg en op normale dagen kun je vrij eenvoudig een gravelpad volgen langs de Westkust. Door de regen was het pad veranderd in een grote modderpoel en op sommige plekken kon je alleen door een grote plas water ploeteren om verder te komen. Menig bezoeker zal hier ongetwijfeld omgekeerd zijn, maar wij gingen uiteraard door. Het heeft ons een paar uur gekost, waarbij we onderweg nog een gestrande Jeep van een Italiaans stel hebben geholpen een lekke band te vervangen. Op een eiland als dit kun je niet anders dan elkaar helpen. Een wegenwacht hebben ze hier nog nooit van gehoord.
Buracona is een mooie omgeving en zoals een goede toeristische trekpleister betaamd, was er een uitzichtrestaurant. Ook hier had de hevige regenval van de dag ervoor flinke schade aangericht. Er was zoveel regen gevallen dat een aantal dakbalken was gescheurd. Het restaurant zou in Nederland op dat moment gesloten zijn vanwege veiligheid, maar hier gaat men gewoon door. In plaats van ramen met glas waren er horren en een heerlijke wind blies door de hele zaak. Helaas konden wij De Blue Eye niet waarnemen omdat het water door de regen erg troebel was geworden. De omgeving met de rotsen in zee was op zich al de moeite waard dus spijt van de trip hadden we zeker niet.
De volgende dag zijn we per scooter naar Espargos gereden, de hoofdstad van het eiland Sal. Hier kun je een heuvel op rijden waar je een prachtig uitzicht over het eiland hebt. Het vliegveld van Espargos ligt letterlijk in de achtertuinen van de huizen en we konden dan ook genieten van een aantal Boeings die zeer dichtbij landden. We zijn rustig door de stad gereden op zoek naar het echte leven op Sal, ver weg van de toeristenoorden aan de Westkust. Schoolkinderen in blauwe uniformen, vrouwen die fruit verkopen op elke straathoek en mannen die luieren onder de bomen. Je wordt in Espargos niet aangesproken door straatverkopers of proppers die je naar een restaurant willen lokken. Hier kijkt men je slechts wat vreemd aan als je op een scooter met belachelijke pothelm door de straten rijdt. Een mooie ervaring om zo eens het echte Afrikaanse leven te bekijken. In de stad is geen gebouw afgebouwd en ziet alles er vervallen uit, maar felle kleuren verf op de gevels dekken de slechte staat van de gebouwen mooi af. Enkele gebouwen zijn wel nieuw en netjes, maar over het algemeen is het er stoffig en slonzig. Achter de heuvel, aan de achterkant van de stad, bevinden zich de krottenwijken. Kartonnen huizen en vooral veel rotzooi is wat je hier ziet. Breng je hier een bezoek, neem dan spullen mee die je aan de kinderen kunt uitdelen, zoals potloden of kleine knuffeldiertjes.
De zoutmijnen, Salinos bij het gehucht Pedra Lume, heb ik vorige keer al kort bezocht, maar dit keer nemen we uitgebreid de tijd om te badderen in het zoute water. Ik ben benieuwd of je hier ook echt blijft drijven, net als in de Zwarte Zee. Het is werkelijk waar, ook hier kun je dobberen zonder te bewegen en zonder te zinken. Twee heerlijke uren hebben we in het water gelegen om te ontspannen. We waren er bijna alleen, zo rustig was het. Helaas hadden we ons niet ingesmeerd met zonnebrand omdat we dachten dat dit hier niet nodig was, want je zit immers onder water en het water is niet helder. Maar niets is minder waar, onze schouders zijn flink verbrand. Het is een tip. Smeer je altijd en overal goed in.
De voorlaatste dag van ons verblijf op Sal hebben we samen met een collega van mijn partner een quad gehuurd en zijn we flink op avontuur gegaan. De wateroverlast was nog overal zichtbaar en flinke stukken van het eiland waren onbegaanbaar. Wij besloten een oude rivierbedding te volgen vanaf de Oostkust naar het midden van het eiland. Langs de Oostkust hadden we prachtige uitzichten, maar kwamen we ook de duistere kant van het eiland tegen. Leeggeroofde schildpadden waar nog slechts een schild en de snavel van over was en zwerfafval in alle soorten en maten. Echt heel erg veel zwerfaval. Netten, plastic, glas. Je kan het zo gek niet bedenken. Het is echt heel erg zonde van dit mooie eiland, maar het spoelt simpelweg aan uit zee. Van opruimen hebben ze hier nog nooit gehoord en waar zouden ze heen moeten met alle troep? De rit ging over heuvels en door dalen, over stenen, zand en gravel. Soms liep het dood en moesten we omkeren op een onmogelijke steile helling en soms zaten we vast in het mulle zand. Op zo’n moment moet je zelfredzaam zijn en met handkrachten de quad weer los zien te krijgen. Ga dus nooit alleen op pad, maar altijd met een groep. Het mooie was, dat we in de bedding van de droge rivierbedding oases tegenkwamen van palmbomen en groen, iets wat je verder op het eiland zelden ziet. Door de regen waren er nu wel plekken met wat jong gras, maar dat zijn uitzonderingen. De oude rivierbedding heeft klaarblijkelijk toch nog natte plekken waar de palmen weelderig groeien.
Een bezoek aan Shark Bay aan de Oostkust, waar we tot onze grote verbazing ook echt haaien hebben gezien, maakte de trip compleet.
Ik kan niet anders zeggen dan dat het eiland Sal op Kaapverdië echt de moeite waard is. De resorts zijn schoon en luxe, als toerist kom je aan je trekken met de vele toeristenwinkeltjes in Santa Maria en de mooie zandstranden een de Westkust en als je een beetje je best doet, kun je echt op avontuur op dit eiland.